Inloggen - Registreer  

Joey neemt je mee in zijn als ANIOS ouderengeneeskunde

Tmi - Spijkenisse - 03-08-2021 Naar vacature  

Joey (26) werkt sinds maart 2021 als ANIOS ouderengeneeskunde bij een zorginstelling in de regio van Spijkenisse. Hij is hier aan de slag gegaan op basis van werving en selectie via TMI. Dit houdt in dat TMI een passende opdracht voor hem heeft gevonden en hij vervolgens direct in dienst bij de opdrachtgever is getreden. ‘’Er zijn veel vooroordelen over het werken binnen de ouderengeneeskunde en ook gedurende de studie wordt er weinig aandacht aan dit vakgebied besteed’’, vertelt Joey. In dit interview neemt hij je mee in zijn werk als ANIOS ouderengeneeskunde en gaat hij dieper in op de diversiteit van het vakgebied.

Aan de slag als ANIOS Ouderengeneeskunde via TMI?

Mijn loopbaan

“Ik ben begonnen met de opleiding hbo Verpleegkunde, omdat ik was uitgeloot voor de Geneeskunde opleiding. Gedurende de opleiding Verpleegkunde kwam ik door mijn stages voor het eerst in aanraking met het vakgebied

. Dit trok direct mijn aandacht. Echter begon ik in 2014 na twee jaar hbo-v met mijn studie Geneeskunde en wilde ik mij eerst breed profileren binnen het ziekenhuis, om veel ervaring op te doen als arts. Na het succesvol afronden van mijn studie Geneeskunde heb ik eerst één jaar op de Spoedeisende Hulp gewerkt. Hierna heb ik nog twee maanden op de Intensive Care gewerkt. Toch bleef het vakgebied ouderengeneeskunde naar mij lonken en ben ik op zoek gegaan naar een baan binnen dit vakgebied.

Binnen ziekenhuizen heb je niet altijd baangarantie, binnen de ouderengeneeskunde wel.

Binnen de ouderengeneeskunde komen alle specialismen samen

Er zijn verschillende aspecten die mij aanspreken binnen de ouderengeneeskunde. Door mijn studie Verpleegkunde kwam ik erachter dat het een hele diverse doelgroep is om mee te werken. Verder wilde ik mij na mijn opleiding Geneeskunde specialiseren en ziekenhuizen maken dat tegenwoordig niet erg aantrekkelijk. Als je je binnen het ziekenhuis wilt specialiseren moet je promoveren en een specialistische opleiding volgen, deze duurt vaak vier tot zes jaar. Tevens is het lastig om je te promoveren, omdat er veel concurrentie is van goede artsen. Vervolgens zijn er geen baangaranties, omdat niet ieder ziekenhuis genoeg budget heeft om specialisten vast in dienst te nemen. Ik wil later wel zeker weten dat ik een vaste aanstelling heb, dus dit heeft ook meegespeeld in mijn keuze.

Daarnaast is de ouderengeneeskunde een interessant vakgebied waarbinnen alle specialismen samenkomen. Je hebt binnen de ouderengeneeskunde onder andere veel te maken met neurologie, chirurgie en psychiatrie. Verder krijg je complexe en ethische vraagstukken voorgelegd. Ook kom je in aanraking met bijvoorbeeld palliatieve zorg en oncologie. Dit maakt het vakgebied heel divers. Geen dag is hetzelfde, wat mijn werk erg uitdagend en interessant maakt. Een bijkomend voordeel is dat er geen onregelmatige diensten zijn. Toen ik nog in het ziekenhuis werkte, hadden onregelmatige diensten een negatief effect op mijn mentale gesteldheid en mijn sociale leven. Als

ouderengeneeskunde heb ik veel meer vastigheid als het neerkomt op werktijden, omdat ik nu doordeweeks werk van 8.30 tot 17:00 uur.

Een werkdag als ANIOS ouderengeneeskunde

 
Op dit moment heb ik vier afdelingen onder mijn hoede, waar in totaal ongeveer zeventig cliënten wonen. Dit betreffen drie Psychogeriatrische afdelingen en één afdeling Somatiek. Op de PG-afdelingen wonen met name cliënten met een vorm van

waarbij er ook nog andere problemen spelen. Op de Somatiek afdeling wonen cliënten met somatische klachten. Ook verblijven een deel van de cliënten op de afdeling voor revalidatiezorg. Het grootste deel van de patiënten zijn zeventig jaar of ouder.

Ik probeer enigszins een vaste planning en structuur aan te houden gedurende mijn werkdagen, maar iedere dag is weer anders. Soms doen zich acute situaties voor waarbij je direct moet handelen. Ik doe artsenvisites bij de cliënten en bespreek samen met het zorgpersoneel en de cliënten eventuele bijzonderheden. Hierbij betrek je zowel de problemen die spelen bij cliënten, als bij de zorgverlening. Als arts fungeer je als een spin in het web tussen de verschillende specialismen die binnen de zorginstelling werken. Dit zijn onder andere de fysiotherapeut, ergotherapeut, geestelijke gezondheidszorg, diëtist en logopedist. Naast de artsenvisite doe je ook gedragsvisites. Gedurende deze visites observeer en bespreek je het gedrag van cliënten samen met de psycholoog. Je bespreekt wat je kunt doen om bepaald gedrag te voorkomen of te verbeteren. Er zijn veel mogelijkheden om dit aan te pakken bijvoorbeeld met medicijnen of therapieën.

Zorg op maat

Verder wordt er voor iedere cliënt een Zorgleefplan opgesteld, waar jij als arts bij betrokken bent. In dit Zorgleefplan staan vaste afspraken en controles. Hierdoor is de zorg voor iedere cliënt op maat gemaakt. Dit Zorgleefplan bespreek je elk halfjaar met de betrokken disciplines om te bekijken of dit nog up-to-date is.

Ik vind het als arts ook belangrijk om een band met de cliënten op te bouwen. Daarom zorg ik dat ik regelmatig bij cliënten naar binnen stap om te kijken hoe het gaat. Zo heb ik laatst bijvoorbeeld Rummikub gespeeld met twee cliënten. Door een drukke dagplanning kan dit er snel bij inschieten, maar ik vind het belangrijk om hier alsnog tijd voor te maken. De tijd die je steekt in de band met een cliënt is een winst voor later. Als je de cliënten namelijk wat beter kent, kun je op een later moment ook sneller abnormaal gedrag herkennen en behandelen.

De waardering zit hem in de kleine dingen

Het leukste aspect van mijn werk zit met name in de kleine dingen; de opmerkingen en de grapjes die de cliënten maken. Ondanks de dementie kunnen veel cliënten ontzettend humoristisch uit de hoek komen. O mijn cliënten zo lang mogelijk goed te laten functioneren is waar ik het voor doe. Zo is er bijvoorbeeld een mevrouw met Alzheimer die ver in het ziekteproces zit. Deze cliënt kan veel handelingen niet meer zelfstandig uitvoeren. Binnen de zorginstelling werken namelijk met name vrouwen. Deze cliënt vindt het fantastisch als ik als man op bezoek kom. Dit vind ik heel mooi om te zien, dat een cliënt van zulke kleine dingen kan opleven en dankbaar kan zijn.

Het is mooi om te zien dat cliënten ondanks hun ziektebeeld wel de connectie met elkaar opzoeken. Laatst zag ik twee cliënten een gesprek houden. In dit gesprek begrijpt de één niet wat de ander zegt, maar toch zijn ze hele verhalen aan elkaar aan het vertellen. Dit is fantastisch om te zien, want op deze manier hebben ze toch in hun belevingswereld een vorm van contact die heel waardevol is.

Ethische dilemma’s

In sommige gevallen kom je als arts voor dilemma’s of ethische vraagstukken te staan. Zo moet je als arts beslissen of je wel of niet aanraadt om een cliënt te behandelen. Het niet behandelen gaat tegen je principe als arts in, maar helaas lukt het niet altijd om iemand beter te maken. Ook kan er op dat gebied weerstand komen vanuit de familie van de cliënt. Je gaat dan het gesprek aan met de familie om die weerstand te verlagen. Het blijft wel lastig om te vertellen aan de familie dat er geen behandeling meer mogelijk is.

Tijdens de studie Geneeskunde wordt weinig aandacht besteed aan de ouderengeneeskunde.

Weinig aandacht aan ouderengeneeskunde binnen Geneeskundestudie

Het is jammer dat er in de geneeskundestudie weinig aandacht wordt besteed aan de ouderengeneeskunde. De opleiding richt zich meer op alle grotere disciplines in het ziekenhuis, zoals Interne Geneeskunde, Gynaecologie, Neurologie en Psychiatrie. In totaal bestaat de Geneeskunde studie van de zes jaar uit drie jaar theorie en drie jaar coschappen. In zowel het theoretische gedeelte als de coschappen is de ouderenzorg onwijs onderbelicht. Er wordt gedurende de coschappen gemiddeld twee weken van de drie jaar besteed aan de ouderenzorg in vergelijking met de interne geneeskunde waar gemiddeld negen weken aan wordt besteed.

Het verschil tussen een ziekenhuis en zorginstelling

Ik ben in het ziekenhuis begonnen en daar ben je niet zozeer met het (probleem)gedrag van de patiënt bezig. Binnen de ouderenzorg is dit echter het tegenovergestelde. Toen ik begon in de ouderengeneeskunde had ik nog niet heel veel ervaring met het observeren en interpreteren van (probleem)gedrag. Door middel van veel observeren leer je dit gedrag onwijs snel begrijpen. Ook stel je in overleg met specialisten zoals psychologen een behandelplan op. Gedrag blijft een lastig aspect en ik denk dat dit altijd zo blijft. De ene cliënt wordt namelijk getriggerd door Nederlandstalige muziek en de ander weer niet. Zo raakt de ene cliënt overprikkeld in een huiskamer met zes andere cliënten en de ander niet. Er zijn veel redenen te verzinnen waarom een cliënt probleemgedrag vertoond. Dit kan van heel onschuldig tot zeer ernstig zijn. Aan jou de taak als arts om het uit te zoeken en de cliënt te behandelen. Een vraag die je jezelf als arts binnen de ouderenzorg continu stelt is ‘Lijdt de patiënt aan hetgeen wat hij of zij heeft of doet?’. Als het antwoord hierop nee blijkt te zijn, is het ook niet altijd nodig om iets te veranderen.

Ouderengeneeskunde saai? Totaal niet!

De diversiteit binnen de ouderengeneeskunde heeft mij echt verbaasd. Toen ik Geneeskunde studeerde vond ik de vakken zoals traumachirurgie en anesthesie ook erg interessant, omdat hierin de meest nieuwe technieken worden toegepast. Het contrast met de ouderengeneeskunde leek hierdoor extra groot. Op dat moment leek het toen een heel saai vakgebied. Toen ik eenmaal aan de slag ging binnen de ouderegeneeskunde, merkte ik echter dat dit niet zo was. Naast het psychiatrische aspect van de ouderengeneeskunde heb je namelijk ook nog te maken met revalidatiezorg. Zo bied je bijvoorbeeld cliënten die een infarct hebben gehad intensieve begeleiding met als doel dat zij weer thuis kunnen wonen.

Ook wordt de eerstelijns ouderenzorg
meer...

Naar vacature

Meer vacatures van Tmi