Inloggen - Registreer  

Paper Prestatiemanagement Biodiversiteitsherstel

Samenvoorbiodiversiteit - Wateren - 11-06-2022 Naar vacature  

Positionpaper Deltaplan
sturen op prestaties om biodiversiteit te verbeteren
2
Positionpaper Deltaplan
Inhoud
Samenvatting en toekomstvisie 2
1. Inleiding 4
2. Systematiek Kritische prestatie-indicatoren 6
2.1 Tekortkomingen van huidige 6
duurzaamheidsinitiatieven
2.2 KPI’s voor Prestatiemanagement 6
in het bedrijfsleven
2.3 KPI’s voor biodiversiteitsherstel 7
2.4 Van Biodiversiteitsherstel 10
naar specifieke doelen
2.5 Van doelen naar KPI’s en maatregelen 12
2.6 Stimulering op basis van KPI’s 12
2.7 Van KPI’s tot impact 13
3. De Biodiversiteitsmonitor 15
melkveehouderij
3.1 Conceptueel kader biodiversiteit 15
3.2 KPI’s Biodiversiteitsmonitor 16
Melkveehouderij
3.3 Toepassingen Biodiversiteitsmonitor 17
Melkveehouderij
3.4 Streefwaarden en vergoedingen 20
3.5 Behaalde resultaten Biodiversiteits- 22
monitor Melkveehouderij
4. Voorwaarden KPI Systematiek 23
Referenties 25
Jan Willem Erisman Suzanne Marselis Natasja Oerlemans Koos Biesmeijer Mariska Harte
Matt Huynink Floor Ambrosius Anne van Doorn Léon Jansen Judy Koppenjan
Auteurs
3
Biodiversiteitsherstel is van groot belang voor de instandhouding van een gezonde samen- leving waarbij de natuur kan voorzien in de essentiële ecosysteemdiensten die het leven op aarde, ook voor de mens, mogelijk maken. Biodiversiteitsherstel is afhankelijk van de verbetering van de kwaliteit van het hele (eco)systeem en dus gekoppeld aan doelen als bijvoorbeeld het tegengaan van klimaat- verandering, beperken van nutriëntverliezen, en het realiseren van bodem-, water-, en luchtkwaliteit. Sturen op biodiversiteitsher- stel zorgt daarmee voor het realiseren van deze doelen en vice versa: integraal sturen op duurzaamheidsdoelen levert de basis voor biodiversiteitsherstel. Immers, als de leefom- gevingskwaliteit gegarandeerd is, dan is de basis voor biodiversiteitsbehoud en -herstel gelegd.

Bestaande duurzaamheidsinitiatieven en sys- temen zijn ontoereikend omdat zij vaak op één thema sturen en/of zich richten op een verbete- ring ten opzichte van de huidige situatie in plaats van streefwaarden waarmee doelen, en uitein- delijk (inter)nationale opgaven gehaald kunnen worden. Er is een instrument nodig dat integraal werkt op basis van streefwaarden waarmee pres- taties die zorgen dat die streefwaarde in zicht komen eenduidig kunnen worden vastgesteld en beloond. Wij stellen hier een prestatiema- nagement aanpak voor waarbij gebruik wordt gemaakt van Kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). Vanuit de KPI-systematiek wordt gestuurd op doelen en worden de prestaties van grond- gebruikers richting die doelen gemeten aan de hand van KPI’s. Hierbij is het van belang dat in-

tegrale doelen gesteld worden die in lijn zijn met de (inter)nationale opgaven en verplichtingen en ook integraal sturen op biodiversiteitsherstel. De grondgebruikers nemen specifieke maatregelen om bij te dragen aan die doelen. Aan de hand van de KPI’s wordt gekeken of de inzet om tot die doelen te komen gehaald wordt. Vervolgens kun- nen grondgebruikers op basis van hun presta- ties, gemeten met de KPI’s, worden beloond door verschillende organisaties.

De biodiversiteitsmonitor melkveehouderij (BMM) is ontwikkeld voor melkveehouders ter bevordering van de biodiversiteit. Hiertoe zijn zeven KPI’s geselecteerd die vier samenhangen- de elementen van de biodiversiteit bevorderen: functionele agrobiodiversiteit, landschappelijke diversiteit, regionale biodiversiteit en diversiteit van specifieke soorten. Voortgang op de KPI’s samen moet leiden tot een verbeterde biodiver- siteit in het Nederlandse landschap. Uit pilot pro- jecten is gebleken dat succesvolle implementatie van de BMM, waarbij er voldoende draagvlak is vanuit de grondgebruikers, vooral aan de orde is wanneer de KPI-systematiek gekoppeld is aan een stapelbaar verdienmodel voor de melkvee- houders. Het stapelbaar maken van beloning voor diensten is gebaat bij een onafhankelijke maar uniforme toepassing van de systematiek met een consistente set aan KPI’s waarbij de daaraan gekoppelde doelen per toepassing kun- nen verschillen.

Voor sucessvol gebruik van de KPI-systematiek in de toekomst voor een verscheidenheid aan grondgebruikers met als hoofddoel biodiversi- teitsherstel, willen wij de nadruk leggen op het

Samenvatting en toekomstvisie
4
Positionpaper Deltaplan
duidelijk formuleren van de specifieke doelen en het koppelen van deze doelen aan indica- toren die prestaties van de grondgebruiker direct meetbaar maken (KPI’s). Daarnaast is het belangrijk dat door middel van pilotprojecten in beeld wordt gebracht hoe de KPI-systematiek in de praktijk gebruikt kan worden en hoe deze daadwerkelijk leidt tot herstel van de biodiversi- teit. Er is noodzaak om te doen-leren-beter doen, waarbij er een governance structuur nodig is die dat bevordert. Uiteindelijk zullen de grootste resultaten in biodiversiteitsherstel worden be- haald als zoveel mogelijk grondgebruikers samen werken aan het verbeteren van de biodiversiteit. Hiermee kunnen we een gezond en duurzaam Nederland creëren.

5
Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel zet zich in om biodiversiteitsherstel, ofwel ‘bending the curve’ (WNF 2020, Figuur 1), te bewerk- stelligen. Biodiversiteit is de rijkdom en diversiteit van al het leven op aarde. Dat be- tekent dat biodiversiteit niet alleen gaat over individuele soorten, maar ook over de diver- siteit aan ecosystemen, soorten en genen, en de samenhang daartussen. De basisconditie van het milieu (schoon water, schone lucht, klimaat, landschap, etc.) moet verbeterd worden om het behoud en bevorderen van de biodiversiteit te bewerkstelligen. Het alge- mene doel van biodiversiteitsherstel koppelt daardoor met vele andere opgaven waar Nederland voor staat.

1. Inleiding
Figuur 1: Een omslag (bending the curve) is noodzakelijk voor biodiversiteitsherstel (bron: WNF)
De maatschappelijke opgaven in Nederland zijn groot en beslaan naast biodiversiteitsherstel onder meer het tegengaan van en aanpassen aan klimaatverandering, het versterken van landschapskwaliteit, en het verbeteren van lucht-, bodem- en waterkwaliteit. De maatschap- pelijke opgaven komen voort uit (inter)nationale afspraken en richtlijnen maar ook uit algemene maatschappelijke wensen t.a.v gezondheid, woningbouw en energievoorziening1. Er ligt een Klimaatakkoord en er zijn verplichtingen vanuit Europese richtlijnen, zoals de Kaderrichtlijn Wa- ter, de Nitraatrichtlijn, de Vogel- en Habitatricht- lijn, de richtlijn Luchtkwaliteit, en de Europese Biodiversiteitstrategie. Daarnaast volgen er opga- ven uit de Convention on Biological Diversity

6
Positionpaper Deltaplan
(CBD), de Farm to Fork strategie van de EU en uit nationaal beleid, zoals het mestbeleid, kringloop- landbouw, circulaire economie, klimaatadaptatie, etc. (zie OntspannenNederland.nl).

Nederland presteert momenteel niet goed op de internationale opgaven; Nederland staat op de laatste plaats van alle EU-landen waar het de instandhouding van Habitats betreft en op plaats 21 (van 27)2 wat betreft instandhouding en trends specifieke soorten (Erisman en Stroot- man, 2021). Voor de overheid is het van belang om de (inter)nationale afspraken en verplichtin- gen die er zijn te halen, en de voortgang daarop te monitoren en bij te sturen. Er zijn maatregelen nodig om te voldoen aan deze verplichtingen. Om de maatregelen in te voeren zijn wetgeving, beleid, strategieën en visies ontwikkeld, vaak per onderwerp en weinig integraal. Daardoor wordt niet eenduidig gestuurd op het geheel aan opgaven en kunnen mogelijk afwentelling en conflicten tussen doelen ontstaan. Een voorbeeld is de regionale energiestrategie (RES) die losstaat van bijvoorbeeld de kringlooplandbouwvisie, na- tuurontwikkeling of de klimaatadaptatieaanpak. Erisman en Strootman (2021) stellen dat door in elke regio in Nederland te voldoen aan de lange termijn verplichtingen uit Vogel- en Habitatricht- lijn, de Nitraat- en Kaderrichtlijn Water en aan het klimaatakkoord, veel andere maatschappe- lijke opgave gehaald gaan worden en een goede conditie voor biodiversiteitsherstel gelegd wordt.

Gezien de complexiteit van biodiversiteitsherstel is een integrale aanpak nodig waarmee je gelijk het geheel aan hier boven genoemde opgaven waar Nederland voor staat bij elkaar kan bren- gen. Dit kan leiden tot synergie van beleid en acties die door verschillende sectoren genomen worden. Bovendien is het van belang dat pres- taties inzichtelijk en meetbaar gemaakt worden om in kaart te brengen hoe de actoren operen richting het doel. Prestaties kunnen inzichtelijk gemaakt worden door het gebruik van Kritische

Prestatie-indicatoren (KPI’s). In het bedrijfsleven wordt hier al langer mee gewerkt om prestaties van individuen of teams af te kunnen zetten tegen de concrete doelen van een bedrijf. Re- centelijk zijn de KPI’s ook geïntroduceerd in de landbouw (bv Erisman et al., 2014; 2016; 2020; Van Laarhoven et al. 2018; Van Doorn et al. 2019; 2021) en in breder landschapsmanagement (Kleijn et al. 2020).

In dit artikel introduceren we de Kritische Presta- tie-indicatoren (KPI) systematiek als instrument om integraal te sturen op biodiversiteitsherstel in het landelijk gebied, openbare ruimte, steden en wateren en de voortgang te monitoren. Allereerst introduceren wij de systematiek en hoe deze verschilt van andere systemen om duurzaamheid en biodiversiteit te bevorderen. Vervolgens kijken wij als voorbeeld naar de Bio- diversiteitsmonitor Melkveehouderij (BMM); een inmiddels enkele jaren lopende toepassing van de KPI-systematiek in de melkveehouderij, waar- bij we ingaan op hoe de KPI-systematiek wordt toegepast en wat we hiervan kunnen leren. Tot slot zetten wij de randvoorwaarden uiteen waar- aan je moet voldoen om de KPI-systematiek te introduceren in de landbouw, openbare ruimte én natuur om biodiversiteitsherstel, en daarmee ook de andere (inter)nationale opgaven, te

meer...

Naar vacature

Meer vacatures van Samenvoorbiodiversiteit